De ambities in de Nationale Prestatieafspraken brengen een verwachte groei in de borgstelling mee van € 85 miljard naar ca. € 135 miljard in 2027. Dit gecombineerd met de huidige economische volatiliteit leidt tot meer onzekerheden. Termijnen waarop (bij)-sturingsmaatregelen zich effectueren kunnen lang zijn, onder andere door de karakteristieken van de leningenportefeuille en aangegane projectverplichtingen. WSW wil daarom graag meer inzicht in de ontwikkeling van de kasstromen van onze deelnemers op langere termijn en vraagt tien-jaars-kasstroomprognoses op. Indien vanuit een borgingsoptiek gewenst gaan wij dan graag tijdig het gesprek aan over het inzicht van de deelnemer in zijn handelingsperspectief.
De door WSW gewenste verlenging van de kasstroomprognose concentreert zich alleen op de enkelvoudige kasstromen en de onderliggende parameters. De meerjarenbegroting werkt nu bij de meeste deelnemers al met een horizon van tenminste tien jaar, wij sluiten daarbij aan. Wij realiseren ons dat met name de investeringskasstromen voor de periode na vijf jaar meer indicatief zijn. Voor die periode vragen we een inschatting te maken van de verwachte kasstromen, ook als hier nog geen concrete projecten bekend zijn.
De door WSW gewenste tien-jaars-kasstroomprognose zal niet via de dPi-opvraag via SBR-wonen lopen in verband met de wettelijke prognoseperiode van dPi van vijf jaar en zal daarom separaat plaatsvinden. WSW informeert de deelnemers later dit jaar over wanneer en de wijze waarop de opvraag plaats vindt, waarbij wij trachten dit zo te organiseren dat het de deelnemers zo min mogelijk extra werk bezorgt. De eerste opvraag zal daarbij zien op prognosejaren 2024-2033.
Na twee jaar evalueert WSW of deze extra opvraag ons voldoende informatie geeft.